Hoofdtekst
z’en nog verteld, da nulder koein me nulder stèrt an de baok’hoeng. En dan z’hoorden daschen op de scheure en dan ze gieng kieken en dan ze niet zagen.
Beschrijving
Op een boerderij werden de koeien altijd met hun staart aan een balk gebonden. 's Nachts hoorde men bovendien graan dorsen. Wanneer men ging kijken, was er niets vreemds te bespeuren.
Bron
S. Van Bael - Lehouck, Leuven, 1969
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (bachten de kupe)
184
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Veurne