Hoofdtekst
Man weet veel. Heeft wassen manneke waarin spelden steken. Kinderen worden ziek.Ik had vroeger een vaars gekocht. Die moest kalven. Die woonde ginder wijd en die wist dat. Die had een wassen manneke. Dat stak vol spelden. Nee, dat was geen vremmes, dat was een vent, een broer van die heks. Die kinderen hier, die werden ziek. Daar waren er veel. Dat was in Blauberg. Mijn ouders woonden daar. Ik heb daar vroeger gewoond. Ik ben hier komen wonen toen mijn wijf gestorven is. De kinderen moesten dat huis toen hebben.
Onderwerp
SINSAG 0531 - Peinhexe quält einen Menschen mit einer Puppe, in welche sie Nadeln steckt.
  
Beschrijving
Een man die op de Blauberg woonde, had een vaars gekocht. Toen het dier moest kalven, wist zijn zus dat, hoewel die een heel eind verderop woonde. De zus bezat een wassen poppetje waarin ze spelden stak. De kinderen van de man werden ziek.
Bron
B. Van Grieken, Leuven, 1965
Commentaar
2.2 Tovenaars
antwerps (westerlo en omgeving)
637
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Westmeerbeek   
Plaats van Handelen
Blauberg