Hoofdtekst
Muziek op Rinkven in stal waar moord werd gepleegd.En da's ook oep die hoef, oep 't Rinkven gebeurd. Da was wel gen spoken, mor 't trok er toch oep. D'r woonde nen boer mee zijne zeun en die must soldaat weurren en vruger kostte dat afkopen of ge kost ne ramplacant (vervanger) zetten. En die knecht daar die wier soldaat in zijne zeun zijn plaats, die wier, allei, die wier afgekocht zalek zeggen. A zijne soldatendienst gedaan was, kwaam dien oem zijn geld t'ontvangen en in plaats van'em zijn geld te geven hemmen z'em doodgeslagen en begraven in de stal onder de krib (voederbak) van 't peerd. En as ze d'r later e peerd zette, oep enigte dagen was da dood da peerd. Jaren later is Karel Schepers dor gaan wonen en ieder jaar oep dezelfde nacht hoorde die daar 't schoonste muziek da ge kost verdenken (zich inbeelden). En die Karel dien hee da dikkels verteld en da was wel ne lompe mens zenne, mor 't was toch schoon muziek zei'em en da was zoe m'r eens per jaar.
Onderwerp
SINSAG 0450 - Andere Tote spuken.   
Beschrijving
De zoon van de boer op 't Rinkven moest in het leger gaan. De boer bood de knecht geld aan op voorwaarde dat die in de plaats van zijn zoon soldaat zou worden. Toen de knecht terugkwam uit het leger en zijn geld vroeg, sloegen de boer en diens zoon hem dood. De knecht werd in de stal begraven onder de voederbak van het paard. Wanneer men daar later een paard zette, was het dier na enkele dagen dood. Karel S. die daar later is komen wonen, hoorde éénmaal per jaar 's nachts wondermooie muziek in de stal.
Bron
H. Hendrickx, Leuven, 1962
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
antwerps (overgangsgebied antwerpen - kempen)
66
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
's-Gravenwezel   
Plaats van Handelen
Rinkven ('s-Gravenwezel)