Hoofdtekst
[de informant haal weer een andere map boven]B: Zo heb ik ook (iets) over de kruiden die ze vroeger allemaal verwerkten. G: Oh ja.B: Dus de kruiden van de heksen. [de informant zoekt de fiches die je kan zien op ‘oud materiaal p355’]G: Die hebt ge ook in oude boeken gevonden of wat?B: Ja. Want het heksenkruid dat zij maakten om te kunnen vliegen, die heksen, dat waren er veel, die waren ervan overtuigd dat ze konden vliegen. En zij hadden dus met Belladonna enzovoort, wat dus eigenlijk een product is gelijk cocaïne zal ik zeggen of zo ergens iets, waar ge hallucinaties van krijgt, zo maakten zij een zalf hé, die smeerden ze dus onder hun armen en onder hun borsten, waar ge dus het meeste warm hebt.G: Ja.B: Dat begon dan te verdampen en dan waren zij in (hogere sferen).G: Oh ja.B: Dan werden zij ‘high’ gelijk ze nu zeggen hé, en dan dachten zij dat ze vliegen konden. Want men heeft ooit de proef genomen gehad in die tijd. In de tijd van de heksenvervolgingen, ik geloof dat het een pater was, die geloofde er geen sjiek (geen snars) van. Er was één, die ging in haar baktrog, ge kent dat wel, zo een houten bak waar ze hun deeg in kneedden, daar ging ze in liggen en de pastoor, die pater en de getuigen, die bleven daarbij en zij zagen dat die vrouw [de informant draait met de ogen en maakt een vlieggeluid] en na een zekere tijd kwam die terug bij. ‘Ziet ge nu wel dat ik weggevlogen ben?’ En die pater zei: ‘Ik heb gezien dat het niet waar is.’ [gelach]G: Ja, maar die had zich wel eerst ingesmeerd met die…B: Ja, die had zich eerst ingesmeerd daarmee hé. En men heeft de samenstelling daarvan terug(gevonden) hé. G: Ja?B: De samenstelling daarvan heeft men, maar men heeft dat opnieuw geprobeerd gehad en het is werkelijk heel hallucinant hé. G: Dat staat hier ook ergens tussen (de fiches)?B: Ik weet niet of het erbij staat.G: Belladonna [Onderaan de bladzijde ‘oud materiaal 355’ kan je de fiche zien waarop de samenstelling van de zalf staat.] B: Belladonna, da’s een gevaarlijk ding he. Als ge daar iets of wat teveel van neemt zijt ge dood. Wat zij moesten wel op de hoogte zijn van hoeveel dat ze mochten gebruiken van zo’n ding he, van die kruiden. Daar moesten ze heel goed van op de hoogte zijn. G: Anders dan hadden ze een overdosis?B: Ja, ze zullen dat wel eens proefondervindelijk zo ergens geprobeerd hebben. [gelach] Gelijk veel dingen hé. De meeste dingen die wij nu kennen en dat wij nu opeten, er is altijd ergens iemand geweest die dat als eerste heeft moeten opeten hé. Er zullen dingen bij geweest zijn dat hij weg was, ja dan zeiden de anderen: ‘Ja, dat moeten we niet meer eten’. [gelach] Dat was in die tijd zo. […]
Beschrijving
Met het kruid Belladonna maakten de heksen een zalf die ze onder hun oksels en onder hun borsten smeerden. Die zalf veroorzaakte hallucinaties, waardoor de heksen dachten dat ze konden vliegen.
Bron
G. Verdickt, Leuven, 2002
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (zuiden)
BII8
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Belladonna   
Naam Locatie in Tekst
Borgloon