Hoofdtekst
Me woren nog mor getrouwd en k’an ik nog nooit geen fritten gemakt en Honoré, mijn vint, zei datten hij dat koste. En ommèkeer dat sloeg vlamme enne moste hij dat ofpakken en ozo verbrandden zijn ormes. Me zijn wieder toen zere nor Aloïs Cock geweest enne las hij dat of en oltijd reke kruuschges maken en lezen datten zweette. Enn’had hij toen geen minute, geen sekoende zeer meer. Enne gaf hij toen de zegen otten voortging enne zei: "’t Gaat gedon zijn Honoré." ’t Woren ol goê werken dat die meins dei.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Een man die frieten wilde bakken, verbrandde zijn armen. Samen met zijn vrouw ging de man naar een genezer, die altijd gebeden prevelde en kruistekens maakte tot hij helemaal bezweet was. Daarna genazen de wonden van de man snel.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (vrijbos)
102G
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Langemark