Hoofdtekst
Da he’k nog mijn moedre horen vertellen. Dat de Cholera bestond in al de randgemeenten. En dat dat in Knesselare en elders ook geweest heeft. En de mensen die nog wat koesten vervoerdigen ze mt de kortwagens (kruiwagen) en ze maaktigen graven van tien man. En de pasters koesten de messe niet meer doen dander zovele dood waren. En ’t wildige niemand niet gaan. En moedre was Dees Veldens wijf dankbaar omdasse die jongens wildige oppassen. En toe moeders thuis han ze ook kinders dood. En ze noemen dat Aaigem buiten de wereld omdat daar de cholera niet geweest heeft.
Beschrijving
Tijdens een cholera-epidemie vervoerde men de lijken met kruiwagens naar graven voor tien personen. De pastoors moesten de mis niet meer doen omdat er al zoveel mensen waren gestorven en omdat de mensen toch niet naar de mis durfden te gaan uit angst om ziek te worden. De mensen vertelden dat Adegem buiten de wereld lag omdat dat dorp niet door cholera werd getroffen.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, 1963
Commentaar
5. Sagen - Legenden
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
521
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Knesselare 
Knesselare 
Plaats van Handelen
Adegem
Adegem