Hoofdtekst
De kozakken waren hier in het dorp, en die eisten paarden op voor de oversten. Toen was daar een menke naar de pastoor geweest: 'Ik zal hem wel paarden maken', zei het, 'keer op keer dat hij komt.' Die nam den haarblok, en daar legde hij een grozen rès op. En rondom de poten van den haarbok bond hij een strooien zeel, en hij kwam met een paard buiten geleid. 'Astebleeft, menier, doa hèbder e pèèrd.' 'Maar', zei hij, 'ik geef u éne goeie raad, doe hem nooit het gebit uit.' Maar daar was alles bij, 'ne rijzaal en al den hele bazaar. Daar moest hij mee naar hotel 'La Tour' in Maaseik, dat was een hotel daar. Maar dat paard had zo verschrikkelijk goed gelopen... die werd fel met dat paard: 'Jong, ik ga u eens eten geven', zei hij. Hij neemt het paard zijn gebit uit, en daar had hij zijnen haardblok staan.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Toen de Russen in Neeroeteren waren, eisten ze paarden voor hun oversten. Een man stelde de wanhopige pastoor gerust: "Ik zal voor hen wel paarden maken, elke keer wanneer ze komen." De man nam een haardblok waarop hij een graszode legde. Nadat hij wat stro rond de haardblok had gebonden, kwam de man met een paard naar buiten. De man sprak: "Alstublieft meneer, hier is een paard voor u. Ik moet u wel voor één ding waarschuwen: haal nooit het bit uit de muil van het paard." De Rus nam het paard dankbaar mee naar hotel 'La Tour' in Maaseik. Omdat het paard zo goed had gelopen, wilde de man het toch te eten geven. Toen hij het bit uit de muil van het paard had gehaald, stond er plots een haardblok voor hem op de grond.
Bron
R. Celis, Leuven, 1954
Commentaar
2.2 Tovenaars
limburgs (bree en omstreken)
fabulaat
Naam Overig in Tekst
hotel La Tour   
La Tour (hotel)   
Naam Locatie in Tekst
Opoeteren   
Plaats van Handelen
Maaseik   
Neeroeteren