Hoofdtekst
Do goenke drê manne 's nachs jôge en ze zôge dwôllichskes solpieter. Asse do kot ôumkâme, vloogter een scheut uit da lempke en alleman goenk loepe. Niemand dos op e dwôllempke schiete.
Beschrijving
Drie mannen die 's nachts gingen jagen, zagen dwaallichtjes rondvliegen. Wanneer de mannen dichterbij kwamen, kwam er plots een lichstraal uit het dwaallichtje. Niemand durfde op een dwaallichtje te schieten.
Bron
M. Hermans, Leuven, 1966
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
limburgs (herk-de-stad)
30
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Stevoort