Hoofdtekst
28.L Ja, zo'n toeren. En 's avonds ergens in de kant gaan liggen met een wit laken om. En als er dan voorbij kwamen en ze zagen dat wit laken, nondedomme, veel die er vandoor gingen, zè. En daar had zij dan plezier in, allé. Want ge zoudt zeggen: "Allé, waar kunnen ze nu heen plezier in vinden?"
Beschrijving
Vroeger waren er grapjassen die 's avonds met een wit laken langs de kant van de weg gingen liggen om anderen bang te maken.
Bron
C. Verheyen, Leuven, 1982
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
antwerps (arendonk)
28L
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Arendonk