Hoofdtekst
Mop woonde hierneven en hij had zijne klomp kapot en hij moes(t) onderaf (= onder in 't dorp) gaan voor hem te laten lappen (= herstellen) en hij ging met ene klomp aan en ene klomp in zijn hand. Mè terwijl was het donkel jonne (= geworden) en toen zagter doa iet wit. Mop sprong omhoog, zo had er hem (= zich) verschrik(t) en toen lopen, hein! zo hel aster kos (= zo snel als hij kon): 'hulep, hulep, heb een witte juffrouw gezien!' kègdeter (= schreeuwde hij) van de schrik. Dat was mich zo een platbroek, hein.
Onderwerp
SINSAG 0310F   
Beschrijving
Mop wandelde 's avonds naar het dorp om één van zijn klompen te laten herstellen. Toen het donker werd, zag de man plots een witte juffrouw verschijnen. Daarop riep Mop: "Help, help, ik heb een witte juffrouw gezien!", en hij rende voor zijn leven.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
61
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Mop   
Naam Locatie in Tekst
Neerrepen