Hoofdtekst
In Glabbik zaten de kabouters in de berg daar, hoe heet die ook weer... den Audsberg, geloof ik. Die hadden zo hun partij. Dan zaten ze in Glabbik en dan weer boven Maastricht, en zo overal. En dan vertrokken ze weer. Dat waren zo wat commercanten, die verkochten blink en zo van al. Als ze niks meer kosten verdienen, dan gongen ze ornèèr van Glabbik naar Valkenburg.
Beschrijving
Vroeger verbleven in de Audsberg in Glabbeek alvermannetjes. Ze trokken de hele tijd rond tot voorbij Maastricht om hun handelswaar aan de man te brengen. Ze verkochten allerhande zaken, zoals bijvoorbeeld schoensmeer. Toen er in Glabbeek niets meer te verdienen viel, vestigden ze zich in Valkenburg.
Bron
R. Celis, Leuven, 1954
Commentaar
1.2 Aardgeesten
limburgs (bree en omstreken)
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Audsberg (Opglabbeek)   
Naam Locatie in Tekst
As   
Plaats van Handelen
Valkenburg   
Maastricht   
Glabbeek