Hoofdtekst
Ik heb hier op de proche (parochie) geweten, bij enen die voor geestelijke gestudeerd had, de kinders mochten bij hem op zijnen boôgaard mee zakken achter fruit gaan. En ze gingen en ze deden hun devoren (hun best) om zoveel mogelijk de zakken te vullen; en als ze thuiskwamen waren ’t al blaren die ze meehadden!
Beschrijving
Een man die voor geestelijke had gestudeerd, zei dat de kinderen in zijn boomgaard fruit mochten komen plukken. De kinderen deden hun best om zoveel mogelijk vruchten te plukken. Wanneer ze bij thuiskomst hun zakken openmaakten, zaten er enkel bladeren in.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
oost-vlaams (denderstreek)
669
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Schendelbeke