Hoofdtekst
Beschrijving
Een man die ’s avonds bij mensen op bezoek was, beweerde dat hij nergens bang voor was. De mensen hadden in hun huis een kamertje waarin niemand durfde te slapen omdat het er spookte. De man beweerde dat hij nergens bang voor was en dat hij wel in de kamer durfde te overnachten. Zodra men de man in de kamer had binnengelaten, deed men de deur op slot. In het maanlicht zag de man een kat op het bed zetten. Hij nam het dier vast en gooide het langs het raam naar buiten. Toen de man daarna opnieuw naar het bed keek, zat er weer een kat. Zo heeft de man tweeënveertig katten moeten buitengooien. Daarna hebben de mensen hem uit de kamer moeten bevrijden.
Bron
M. Houtmeyers, Leuven, 1957
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
brabants (diest en omstreken)
90
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Linkhout