Hoofdtekst
CC -En als er een hond zo liep te huilen hé dikwijls, “Ligt hij weeral te huilen? Dat is geen goed nieuws ze (hoor). Een dode in de straat.”, en dat was waar ze (hoor) dat hebben wij een keer hier voorgehad. “Aiai, die hond ligt weeral te huilen hé” (Informante boots het gehuil na.) ziet ge het? “Ja, ja,” – “Aiai, wat zou dat mogen zijn?” – “Ja, dat is geen goed teken” zei er ene, “’t Is dat er zal een dode zijn” en ‘t was een dode, een jonge mens die gestorven is. Echt waar.I -Een beest kan dat op voorhand voelen?15 -Ja, ja, ja.I -D’er is een mens die mij gezegd heeft hé, Cantaert heet die en die ôt (had) gezegd dat een hond, dat dat zo helderziend is.15 -Cantaert? Hier van de fabriek?I -Ik weet niet, hij is getrouwd met een De Boe.15 -Ah ja, met Hilda De Boe.I -Ja.15 -Ah ja, ik ken die , ze zaten hier gisteren.I -Ja? (Wij praten even over deze mensen. Dit stukje schreven we niet uit.)
Onderwerp
SINSAG 0486 - Andere Todesvorzeichen.   
Beschrijving
Nadat men in Zottegem een hond had horen huilen, stierf in de straat een jonge persoon.
Bron
C. De Winne, Leuven, 1999
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
oost-vlaams (groot-zottegem)
15CC
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zottegem   
Plaats van Handelen
Zottegem