Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

TBERG0131_0134_21991

Een sage (mondeling), 2003-02-5 2003-02-5 (foutieve datum)

Hoofdtekst

29L En dan, wacht… Dan was dat in Meensel Kiezegem de eerste keer die oorkussens of was dat de tweede keer.28K Ja, daar wist ik niet hoe ik moest rijden. En jullie waren al weg. Ik zeg: "Ho."29L Ja, maar niet voorklappen (voorzeggen). Want dat heeft professor Roeck niet…28K Nee, dat heeft Roeck niet geweten.29L Dat heeft hij niet geweten. Dat was in welk jaar?28K Dat kun je niet geloven, wat dat toen was. En daar stond een Lieve Vrouw in de hoek met een potje. Maar van die kaars, amai mannekes. Een mens ging lopen van de meubelen die daar…. Nog nooit meegemaakt.29L We zijn nu…. 28K Dat heb ik thuis nooit meegemaakt, nee, wel met sleutels en zo.29L ‘93, in ‘93 pakt dat dat zou in ‘89 gebeurd zijn. Want Audrey en Rudy zijn nu al tien jaar bijeen. Allé, ons Audrey, dat is mijn dochter, had een vriend. En je weet nu, zo een beetje vrienden bij een zo. En Audrey legde ook graag de kaarten, via een vriendin en zo. Je weet hoe dat gaat, die zoeken elkander op. Je weet dat zo, van die Lenormand kaarten zo.x Ja.29L En ja, die vriend kwam hier al eens binnen. Dat was een gewone mens, heel gewoon zo. Maar die woonden niet samen, niet… Woonde ze toen? Ze heeft daar wel bijgewoond.28K Daarna wel.29L Maar toen nog niet, toen nog niet. En op een avond dat zal … Winter, ijs, sneeuw, koud. Allé, op een echte winteravond kreeg ik telefoon.28K Die stond op een plaats, die stond op haar plaats zo. 29L Ik zal het vertellen. Om elf uren, zal het om tien uur geweest zijn. En Rudy zei tegen mij…28K Die kon van haar plaats niet meer af.29L Of was het een broer daar van, Julien. En Julien die zei tegen mij.28K En zo’n ogen had ze, rode ogen.x Ja. 28K Als je die zag staan, dan ging je lopen.29L En die zei tegen mij: "Wil je drie oorkussen meebrengen." Ik zeg: "Voor wat is dat goed." Van het bed zogezegd, waar dat je echt op sliep. Van ons twee en van Audrey dan28K Ja, maar je zit al te wijt (ver).29L Dat is niet waar. 28K Je moet zeggen wat je gedaan hebt. Elkander vasthouden en zo. 29L Ja maar, zo ver ben ik nog niet.28K Ja maar, die oorkussens zijn verbrand daarna. 29L Ja maar, dat is nog later.28K Ja, die moest je toen verbranden.29L Ik zeg: "Waarvoor is dat?" "Ja, spoed je maar, ik kom je halen." Die twee gebroers komen mij hier halen en ik neem die drie kussens mee. Ik zeg: "Maar dat is zo vies, geef Audrey mij eens aan de telefoon."28K Die kon niks meer zeggen.29L "Nee, dat gaat niet." Ik zeg: "Hoe, dat gaat niet." Ik zeg: "Geef Audrey eens aan de telefoon." "Nee, dat gaat niet." En die telefoon dicht. 28K Dat had je moeten zien, dan ging je lopen. 29L Ze komen mij hier halen, ik met die drie oorkussens in de auto. En ik had al gezegd naar Meensel Kiezegem.28K Ja, dat weet ik niet meer. 29L We kregen van alles onderweg. Geen accidenten, maar zo allemaal hinder onderweg.28K Ik ben als een zot achterna gevlogen. 29L Want die oorkussen moesten voor twaalf uur verbrand zijn. Louis is ons achterna gekomen.28K Ja maar nee, ik was al daar.29L Je was toch niet voor ons.28K Ik was al daar.29L Je wist toch niet waar het was.28K Ah, kom. 29L Je bent ons gevolgd.28K We stonden daar allemaal al bijeen en dat van die oorkussens komt daarna.29L Maar ik moest ze toch meebrengen.28K Je babbelt dooreen. Nee, want toen moest ze lezen voor iets. En ze had een kaars in haar hand, begin daar eens mee, een kaars zo hoog. 29L Awel, en toen zijn we binnen gekomen.28K Awel, en toen, we moesten voor dat uur buiten zijn. En toen moesten we die kussens toch opbranden.29L Awel, maar ik was juist nog onderweg. 28K Moest je die kussens toen niet opbranden.29L Nee, dat is niet waar. Als ze terug kon spreken, toen zijn die oorkussens opgebrand. 28K Awel, dan heeft ze toch daarna.29L Maar ik zit nog in de auto bij die mensen, bij Julien en …28K Maar daarna moest je ze toch opstoken.29L Awel ja. En dan hebben we allemaal een kring gegeven en Audrey kon niet meer spreken. En als we daar binnenkwamen…28K Die kreeg je van die plaats niet af.29L Die bleef stokstijf staan. Zo’n rode ogen, zo’n bollen. Dat waren geen ogen meer, dat waren duvelsogen die zo uitstraalden zo precies.x Ja. 28K En alles herging daar in dat huis.29L En we moesten allemaal zo een kring vormen. Dus ze was weer daar mee bezig.28K Ja, wie? Wie was daar bezig dan? 29L Ja, wie?28K Ik kan dat opzoeken, maar dat heb ik nog niet opgezocht. 29L Awel, en dan moesten we allemaal bidden. En daar stond een grot in huis, zo een Lieve Vrouw.28K Ik heb dat al gezegd. 29L Awel ja. Een gewijde kaars, en wie gaf die kaars aan Audrey? Was dat Tineke of jij?28K Tineke zal dat geweest zijn. 29L Awel ja, Tineke. En die pakte die kaars. 28K Heette die Tineke? 29L Ja, die heette Tineke. Tine en Tineke, awel. En die pakte die kaars vast. Een echte kaars. 28K Ja maar wacht, daar gebeurde niks mee.29L Nee, zover ben ik nog niet.28K Ze moesten rond dat uur buiten en ja, dan is het gebeurd, het.x Ja.28K Want ik klopte vanachter op haar gat en ik zei: Allé, mee buiten." We moeten voor dat uur…29L Zeven minuten voor twaalf uur was het.28K En dat was een schuifraam vanachter die je kon openstoten zo. Want dat was een oud huis. x Ja.28K Dat vernieuwd was met een schuifraam vanachter. En ik klopte en ik zag die haar voet bewegen. En ik pakte die vast en ik zei: "Allé, jij gaat met mij mee buiten." En ik zag dat en ik wist dat ik moest meegaan. En lijk als we aan dat schuifraam waren, dat was een kaars zo hoog en die deed dat. 29L En die kaars die boog.28K Heb je dat van zijn leven gezien? Nu moet je de stoof eens hard doen branden, of de zon eens hard zien schijnen, ik weet niet of dat gaat.29L Nu kan die wel een beetje krollen van de hitte van veertig graden, maar…28K En die kaars die deed dat.29L Die kaars die deed dat. 28K Ik verschoot mij een bult.29L Juist gelijk mijn hand.28K Maar nu nog met die kussens en met die duvel en oei, oei. 29L Maar Audrey die kon geen ma niet meer zeggen of niks.28K Maar daarna wel.29L Ja, daarna wel, met Louis kon ze buiten gaan. We waren daar met zeven man aan het trekken, die ging van die plavei niet af.28K Ik wist dat. Ik zeg: "Potverdorie, ik moet naar daar of ze was overleden."29L Ja, die was daar in gebleven. 28K Daar kon niemand aan.29L Ja, ik kon het niet. Maar Louis… En ik peis (denk) weer dat dat is van…28K Nee, zij zeker niet.29L Peis ik. x Ja.29L Peis ik, maar die verdenk ik.28K Ja, maar…29L Maar dan moesten we die drie oorkussens verbranden. En die moesten in brand voor twaalf uur. Ja, Louis.28K Ja maar, die branden toen al.29L Ja maar, wacht. Vijf voor twaalf: we kregen ze niet in brand. Vier voor twaalf: we kregen ze niet in brand. Wat hebben jullie toen gedaan, want ik ben niet meegegaan om ze in brand te steken. 28K Ja, we hebben ze doen branden.29L En voor twaalf uur, ze brandden. 28K Ja maar je bent daar abuis mee, want wij moesten voor twaalf uur buiten. En die kussens waren al aan het branden.29L Awel dat moest. En nu laat ik je raden als die kussens opgebrand zijn. 28K Ja.29L Zeg jij het dan.28K Nee, dan zeg jij weer: "Je komt er tussen."29L In die drie oorkussens, als ze opgebrand waren. Want dat brandt niet volledig op, wat dat jij daar in zag. … Een slang, een duvelskop met twee horens.28K Dat was schoon om foto’s van te pakken.29L Ja, ik heb daar spijt van. Maar als je het niet weet, kan je geen foto’s pakken.28K Op dat moment denk je daar niet aan, want je hoofd staat daar niet naar.29L Ik zeg het, het zijn altijd maar stukjes dat ik vertel.x Ja. 29L En dan zijn we daar gebleven, nog heel lang. En Audrey deed terug normaal, gewoon gelijk ik en jij. En dan zijn we terug naar huis gekomen, Louis. Maar dat hield toch zo niet op.

Onderwerp

SINSAG 0539 - Hexe bannt an den Platz    SINSAG 0539 - Hexe bannt an den Platz   

Beschrijving

Een vrouw werd geplaagd door haar schoonmoeder die een heks was. Op een winteravond werd de vrouw opgebeld omdat er iets aan de hand was met haar dochter. Het meisje stond op een bepaalde plaats en kon geen voet meer verzetten en geen woord meer uitbrengen. Hoe men ook aan het meisje trok, ze week niet van de tegel waar ze op stond. De moeder moest zich met de oorkussens van haar en haar man en dat van haar dochter naar Meensel-Kiezegem haasten, want de kussens moesten vóór middernacht worden verbrand. Toen de ouders in Meensel-Kiezem aankwamen, zagen ze dat haar dochter grote rode ogen had alsof ze door de duivel was bezeten. De ouders moesten bidden en een kaars uit de grot van Onze Lieve Vrouw vasthouden. Om zeven minuten vóór twaalf gingen de mensen allemaal naar buiten. Door het raam zagen ze de kaars tot op de grond buigen. Om vijf vóór twaalf probeerde men de drie kussens in brand te steken, maar dat lukte niet. Even vóór middernacht vatten de kussens toch vuur. Toen de kussens bijna waren opgebrand, zag men er een slang met een duivelskop met twee horens in zitten. Na die interventie kon het meisje weer bewegen en praten. Als men haar niet te hulp was gekomen, zou ze gestorven zijn.

Bron

T. Bergen, Leuven, 2003

Commentaar

2.1 Heksen
vlaams-brabants (groot-aarschot)
29L en 28K
memoraat

Naam Overig in Tekst

Onze Lieve Vrouw    Onze Lieve Vrouw   

Naam Locatie in Tekst

Rillaar    Rillaar   

Plaats van Handelen

Meensel-Kiezegem    Meensel-Kiezegem