Hoofdtekst
Bij 'Broeders', doa moes(t) iet sjille (= iets schelen), doa was altijd iet. Doa waren drie merres, en die verschoten (= vroegtijdig jongen werpen) alle nachten; alle nachten was het ereges één van de drie, dan die en dan die! En 's avonds noa de noskes (avondmaal) gingen ze grün (= groen) snij(d)en - kroten en van alles - en dan waren alle messen voert! 's Anderendaags staken ze schoon op rij in de poo(r)t boven.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Bij boer B. gebeurden vreemde dingen. Elke nacht was er wel één van de drie merries die haar veulen verwierp. Wanneer men 's avonds op het veld groenten wilde afsnijden, waren alle messen plots verdwenen. De volgende dag staken de messen bovenaan in de poort.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.2 Tovenaars
limburgs (tongeren en omstreken)
881 (2)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Diets-Heur