Hoofdtekst
‘k En ik nog hoord van ’n tempeliershof en o ’t er do volk kwaam vragen voe te slapen sloten de tempelheren under ip in ’n kotje en ’s nuchtens waren ze weg.
Beschrijving
Enkele mensen gingen in een Tempeliershof onderdak vragen en werden in een klein kamertje opgesloten. De volgende dag waren de mensen spoorloos verdwenen.
Bron
M. Vander Cruysse, Leuven, 1965
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (n van brugge)
739
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Tempeliers   
Tempelhof   
Naam Locatie in Tekst
Lapscheure