Hoofdtekst
’t Gebeurde dikwijls da beesten die ’s navens nog springlevend waren tegen den uchtend doô lagen. Da gebeurde onder den invloed van Agnes. Ip nen zekeren dag, ’s nuchtens vroeg, was Agnes weg; ’t huis was leeg en in de streke ’n hèt er niemand mee’r horen klappen van Agnes.
Beschrijving
In Menen gebeurde het vaak dat dieren die 's avonds nog springlevend waren, de volgende ochtend dood lagen. Een toveres uit het dorp zorgde daarvoor. Op zekere dag stond het huis van de toveres leeg. De vrouw was in geen velden of wegen te bespeuren en ze is nooit meer weergekeerd.
Bron
G. Speecke, Leuven, 1959
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (menen en omstreken)
218
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Menen   
Plaats van Handelen
Menen