Hoofdtekst
I En van de weerwolven vertelden ze ook?28 De weerwolf, jaja, de weerwolf.29 Wat was dat een weerwolf?28 De weerwolf die vloog ‘door heggen en hagen’, hé, en dan had hij nog niks aan zich.
Beschrijving
De weerwolf vloog door heggen en hagen zonder zichzelf te verwonden.
Bron
H. Schoefs, Leuven, 1996
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (groot-riemst)
28E 428
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Vlijtingen