Hoofdtekst
’t Heet daar ene gewoond, dat is nog nie lange. ’t Stond daar ne sperrebos en alle navenden zat da vol lichten en verspringen. En ’t geestelijk heeft haren bijbel afgehaald. Da was Wieze Hautekeete en ze had nen bijbel en ze was hard (zeer) geleerd.
Beschrijving
Bij het sparrenbos woonde een geleerde vrouw. Bij het huis van die vrouw zag men iedere avond lichtjes bewegen. Op zekere dag hebben de geestelijken de Bijbel van die vrouw opgehaald.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
2.3 Toverboeken
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
329
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Adegem