Hoofdtekst
Toen was die vrouw dan groot en moeder was daar bij haar tante al veel, wor. Die tante had boter gemaakt 's morgens en die had een pond boter laten vallen. Toen na de middag, toen ging ze dan koffie dragen voor de man en die heette Jen. 'Ho, Jen', zegt ze zo, 'gij hebt nogal wat aan de hand gehad.' 'Wat?' zegt Jen zo. 'Gij hebt toch uw boter op de grond laten vallen.' En dat wist ze. En dat was toch ook dezelfde morgen dat de man - die had zijn klompen zo gezet en hij trapte die knots tegen zijn been en hij had hem ferm pijn gedaan - 'Doet uw been nog pijn', vroeg ze aan de man. 'Ja, deze morgen is uw klomp toch tegen uw been opgesprongen.'Dat heb ik u al verteld zeker van dat wijf dat zo vies ging, weet ge wel hè. Omdat haar zoon, die had graag met moeder getrouwd en omdat ze dat niet wou, toen had ze mijn moeder zijn moeder (grootmoeder) zijn koeien behekst.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een vrouw had 's ochtends een pond boter laten vallen. Haar echtgenoot Jen had zijn been bezeerd met zijn klompen. Na de middag kwam Mie de man koffie brengen. Mie sprak tot Jen: "Jullie hebben toch weer pech gehad vanmorgen!", waarop de man verbaasd vroeg: "Hoezo?" Daarop zei Mie: "Wel, je vrouw heeft de boter toch laten vallen! En doet jouw been nog pijn?" De heks wist alles zonder dat ze het had gezien. Toen Mie een man tegenkwam die ging werken, zei ze: "Hé, jij bent je tang vergeten!" En dat terwijl de man het zelf nog niet wist!
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
2.1 Heksen
midden-limburgs
n
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Mie
Jen
Jen
Naam Locatie in Tekst
Hasselt