Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

STOP0220_0220_21196

Een sage (mondeling), 1964

Hoofdtekst

Toe Henritten Priems an "de Katte" zagen ze dotsekoppen (doodshoofden) voor de vijnster dansen en o z’up ’t hof gingen ze zagen dor hoenderden luchtjes up de volte en ze zoengen de messe. En mijn zuster ging dor or boven wanat z’hoorde zij etwot. ’t Wos lik e zwijn die hem wreef tegen de meuren en de deuren en ze wos nor beneên gesmeten. In de stollen woren ol de steerten van de koeien an mekor geboenden. En z’hoorde olmeddèkeer geruchte an de deur en o mijn zuster d’achterdeure opendei ze zag dor zuk nen groten hoend, ’t wos juuste lik e kolf. ’t Verkeerde dor oltijd olles; ’t Is dor vele belezen geweest en dat is toen verwinst geweest toet up de vorsten (versten) hoek van ulder land.

Onderwerp

SINSAG 0258 - Plagegeist durch Pfarrer (Pater) gebannt    SINSAG 0258 - Plagegeist durch Pfarrer (Pater) gebannt   

Beschrijving

Bij 'de Katte' zag men doodshoofden voor het raam dansen. Men zag ook honderden lichtjes die de mis zongen. Een vrouw die naar boven ging, omdat ze een wrijvend geluid hoorde, werd weer naar beneden gegooid. Inn de stallen waren de koeien met hun staarten aan elkaar gebonden. Toen de vrouw de achterdeur opendeed, zag ze een hond staan die wel zo groot was als een kalf. De boerderij werd meermaals overlezen. Uiteindelijk heeft men de plaaggeest verbannen naar de verste uithoek van het veld.

Bron

S. Top, Leuven, 1964

Commentaar

1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (vrijbos)
119F
Zus van de informant
fabulaat

Naam Overig in Tekst

Katte (herberg?)    Katte (herberg?)   

Naam Locatie in Tekst

Westrozebeke    Westrozebeke