Hoofdtekst
Z’han daar hazen n keunen (konijnen) geschoten en den boswachter zijnen hond vond dat. En z’han dat onder de brugge gestoken en ze gingen d’er ’s nachts ommekomen. En ze waren mee drieën en Den Hert is doodgeschoten, Naard Fiers is zijnen arm afgeschoten en Van Poucke ha niets. En enigen tijd nadien dienen dadre Van Dierendonk is naar Amerika gevlucht. En nen tijd nadien hingt er een briefken aan de sperre (spar) en d’erop stond er "Onze (als ze) nog ne keer nen hert hielden moest hij horen hen." En ze zeien dat da van Van Dierendonk kwam. En dat is gebeurd in Burkle.
Beschrijving
Enkele stropers uit Burkel hadden hazen en konijnen geschoten en de dieren tot de volgende nacht onder een brug verborgen. De boswachter vond de buit echter. Eén van de stropers werd doodgeschoten, een andere raakte een arm kwijt en de derde bleef ongedeerd. Een tijdje later hing aan een spar een briefje met de tekst: "Als ze nog eens een hert hielden, dan moest het horens hebben".
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, 1963
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
475
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Maldegem   
Plaats van Handelen
Burkel