Hoofdtekst
Ik heb geweten, de kapelaan van Krombeke, j’is dood nu, j’heeft geleefd tot dat hij 98 jaar was dien mens. ’t Was op de plaatse een huis bezig met afbranden, ’t was bij een vlasmarchand die daar woonde. Ze zetten aan den ene kant een lere op dat huis en al den anderen kant deien ze een reke pannen af. Zo, de kpaelaan koste daarover wandelen en tot waar dat hij zijn voeten gezet hadde, ’t brandde tot daar, maar ’t ging daar dood. ’t Zweet liep van zijn aangezichte, ’t was lijk of dat hij in een dundervlage gezeten hadde. Dat heb ik gezien. Den dezen koste meer dan papa eten.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Toen het huis van een vlashandelaar in brand stond, zette men een ladder tegen de muur en haalde men een rij pannen van het dak, zodat de kapelaan over het dak kon lopen. De geestelijke zweette verschrikkelijk. De vlammen kwamen niet verder dan de plaats waar de kapelaan over het dak had gelopen.
Bron
K. Erard, Leuven, 1966
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (ieper)
50
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Brielen