Hoofdtekst
In Bokrijk, dat was toen maar een winning, daar woonden toen twee Vlaanderenaars Jan en Lamme. Op ne nacht ging Lamme naar de Planken Brug en toen hij aan de Planken Brug kwam, was daar ne hele zwarte heer aan het rondwandelen. Toen Lamme op de winning terugkwam vertelde hij dat aan Jan. Jan zei: "Morgenavond ga ik." Jan ging weg, maar Lamme kwam langs nen andere weg gelopen om voor Jan daar te zijn. Toen hij aan de Planken Brug kwam hoorde hij schreeuwen en toen hij ging zien lag Jan daar en daar zat een zwart gedierte op hem. Dat zwart gedierte sprong dan de beek in en het was weg. Jan was zwart gepitst. Hij heeft nog een jaar geleefd.
Beschrijving
Jan en Lamme woonden op een hoeve in Bokrijk. Op een nacht zag Lamme bij de Planken Brug een zwarte heer rondwandelen. Toen Jan dat vernam, zei hij: "Volgende nacht zal ik eens een kijkje gaan nemen". Die nacht hoorde Lamme een luide schreeuw. Jan lag op de brug met een zwart beest op zich. Het beest kneep Jan en sprong vervolgens in de beek. Jan heeft nog een half jaar geleefd.
Bron
A. Princen, Leuven, 1965
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tussen hasselt en beringen)
295
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Lamme   
Jan   
Planken Brug (Bokrijk)   
Naam Locatie in Tekst
Zonhoven   
Plaats van Handelen
Bokrijk