Hoofdtekst
Y Hebt gij verhalen over heksen?X Hm?Y Hebt gij verhalen over heksen?X Boek?Z1 Nee, vertelt dat nu maar van die kruiwagen!X Ah, dat weet ik ook waar die mens gewoond heeft. Want die heeft lang geleefd. Die zijn boeken zijn drie of vier keer opgestookt geweest door de pastoor van Heusden. Maar hoe die pastoor heette, dat weet ik niet meer. Fré Goris heeft altijd gewoond daar waar ge die koeken kunt eten, daar aan Suska.Y Aan de McDonalds?X Daar ja. Die was heks als ik trouwde. Dat was ene die met den duvel omging.Y Dat was een man?X Dat was een man ja. Fré Goris heette die. Als hij vrijde of als hij dan naar de wc moest gaan onderwegen dan zei hij, dan gaf hij zijne zakdoek aan z’n metske (meisje): ‘Zeg, als er een hond aankomt dan geeft ge die hond die zakdoek maar, gooit die maar op ‘m aan.’ Dat was hij dan hè, die hond. Die veranderde in een hond. Toen kwam de hond afgelopen en zij gooide de zakdoek op ‘m en hij pakte die zakdoek en hij was weg. Als hij maar iets heeft om te knabbelen, hè.
Onderwerp
SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.   
SINSAG 0753 - Zaubermacht gebrochen; Geistlicher verbrennt Zauberbuch.   
Beschrijving
Een man uit Heusden-Zolder die met de duivel omging, bezat toverboeken die wel drie of vier keer door de pastoor werden verbrand. Die man bezat bijzondere krachten. Wanneer hij met zijn vriendin ging wandelen, sprak hij tot het meisje: "Ik moet even naar het toilet. Als er een hond zou aankomen, dan gooi je mijn zakdoek maar". Even later verscheen de man in de gedaante van een hond.
Bron
E. Droogmans, Leuven, 2002
Commentaar
2.3 Toverboeken
limburgs (heusden-zolder)
2.1
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Bolderberg   
Plaats van Handelen
Heusden-Zolder