Hoofdtekst
Heks betovert haar dochter.Daar kwam ne vent thuis en zijn wijf was ook een toveresse. En diene vent hâ nogal lange weg geweest. En z’hân een dochter. En da wijf zei tegen hem da z’ouder dochter bevrucht hâ, zij zelve. En ’t en was nie waar. En weet ‘e wat dat de die op hâ? Zeven padden en zeven slangen in haar zije!En diene mens wier zodanig kwaad, dat da meiske zei da ze zou aangegaan hên en da ze nie meer en zou weergekomen hên.En da meiske was bevangen mee zeven slangen en zeven padden en ’t was dàt, dat er aan scheeldege.
Beschrijving
Een man die getrouwd was met een toveres, was lange tijd van huis geweest. Toen de man thuiskwam, zei zijn vrouw dat ze haar dochter zwanger had gemaakt. Het meisje had zeven padden en zeven slangen in zich!
Bron
R. De Geeter, Gent, 1952
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (zuiden)
135
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Maria-Oudenhove