Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

OMATT0077_0077_18392 - Man ontmoet een reuzenvrouw.

Een sage (mondeling), (foutieve datum)

Hoofdtekst

En dat da mijn broere meegemaakt heeft, den dienen is nu dood. Ewel, da was enen van de levende. Hij ging gaan wandlen van de kluize naar die bane die aan de blakte uitkomt. En d’er stonden daar ook achtkanten (canada’s) langs. En al mee ne keer (opeens) staat er dare een vrouwmens wel drie keren zo groot of hem en da was ne groten zulle, en mee ogen zo groot of een peird. En hij liep naar huis om een aames (hakmes) en ot (als) hij were kwam was ze weg. En sedertdien had hij altijd zijn aameske bij hem.

Beschrijving

Een man die van de kluis naar de weg ging, zag bij de canadese populieren plots een vrouw staan, die wel driemaal zo groot was als hij zelf. De vrouw had ogen zo groot als van een paard. De man ging snel naar huis om zijn hakmes te halen, maar toen hij terugkwam, was de vrouw al verdwenen. Sindsdien droeg de man altijd zijn hakmes bij zich.

Bron

O. Mattheeuws, Leuven, s.d.

Commentaar

1.2 Aardgeesten
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
21
Broer van de informant
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Sint-Joris-ten-Distel    Sint-Joris-ten-Distel