Hoofdtekst
Ik moste ’s nachts ok ol ouder wos ne keer achter den dokteur rien en aan Coucke’s dreve zag ekik een dookeerse. En ‘k wos benauwd. Een dookeerse dat is een geroamte met ne lucht derin. En aan Coucke’s is het nog niet goed.
Beschrijving
Een jongeman die 's nachts de dokter moest gaan halen, zag een doodkeers in een dreef. Dat was een geraamte met een lichtje in. De jongeman was doodsbang.
Bron
H. Van Wassenhove, Leuven, 1967
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (groot-roeselare)
22
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Ardooie