WJACK0218_0219_5749 - Over heggen en hagen tot Aken in de wijnkelder

Biste al ooit in Tricht-Wolder gewèest? Do aan de bureau (w.z. aan de grens) een beetje verder, lag de heksenwei. En do gonken de heksen 's maandags dansen en do waren twee man die hadden allebei ene kroef (bult) en ene te van die koem do 's nachts om twaalf uren door en die heksen waren allemaal aan 't zingen en ze zongen allemaal: 'Maandag, dinsdag, en de man zei, dan zeg ich 'Woensdag'. En toen zagen (zegden) de heksen tot de overste wat ze hem zouden geven voor zijn beloning. 'Ja - zaag (zei) de overste - neem hem zijne kroef (bult) maar af. Toen hadden ze hem zijne kroef afgepakt en toen vroegen ze bo(waar) ze hem moesten hangen - 'Ja, hang hem do maar aan den appeleboom' zei ze, do zal nog wel ene komen. En toen 's anderendaags koem er (kwam hij) bij zijne kameraad. Die vroeg: 'Bo bis dich dene kroef kwijtgeraakt? ' Zo zei er en aste (als de) heksen zeggen 'Maandag, Dinsdag, zegste (zegt ge) 'Woensdag en donderdag' en 's maandags goenk er ook do naartoe en wei (toen) ze zongen 'maandag, dinsdag, zei den andere woensdag en donderdag - Ja, wat moeten ver die gèven? Ja, zei de overste. Pak die kroef maar uit den appeleboom en zet hem van voor, dan heeft er es (hij er) twee.' En toen hadden ze ook nog krom bènen en de eerste had zo graag eens naar de wijnkelder van de pastoor gangen. De pastoor stoefte altijd zo van zijne wijn en de heksen zongen: 'Door bomen en hagen' en hij zei: 'Over bomen en hagen tot bij de pastoor in de wijnkelder en er dronk zich zat in de wijnkelder. Toen zei den andere - wei er ze hoorde zingen: 'Door heggen en hagen' en er koem terecht bij de pastoor in den hennepolder heel verscheurd en bebloed. En 's anderendaags vond de pastoormoag (meid) hem. Dat heb ich altijd zo horen vertellen.

SINSAG 0511 - Über Weg und Steg    SINSAG 0511 - Über Weg und Steg   

Net voorbij de grens van Tricht-Wolder lag een weide waar de heksen op maandag kwamen dansen. Om middernacht kwam er een bultenaar voorbij, die de heksen hoorde zingen: "Maandag, dinsdag". Daarop antwoordde hij: "Woensdag". Als beloning voor zijn antwoord verlosten de heksen de bultenaar van zijn bochel, die ze aan een appelboom hingen. De volgende dag vertelde de gelukkige man aan een andere bultenaar wat hem was overkomen. De andere besloot ook naar de heksenweide te gaan. Toen de heksen zongen: "Maandag, dinsdag", antwoordde de bultenaar: "Woensdag en donderdag". Daarop sprak de overste van de heksen: "Neem die bult maar uit de appelboom en geef hem aan deze man. Dan heeft hij er twee".
De gelukkige man had de pastoor altijd horen opscheppen over zijn lekkere wijn, en wilde daarom zelf ook weleens naar de wijnkelder van de pastoor gaan. Daarop sprak de man: "Over bomen en hagen tot bij de pastoor in de wijnkelder". Eenmaal op zijn bestemming aangekomen, deed de man zich tegoed aan de wijn van de pastoor. De bultenaar wilde ook wel naar die wijnkelder en zei: "Door heggen en hagen tot bij de pastoor in de wijnkelder". De arme man was helemaal bebloed en werd de volgende dag door de meid van de pastoor gevonden.

W. Jackers, Leuven, 1958

2.1 Heksen

limburgs (bilzen)

fabulaat

Kleine-Spouwen    Kleine-Spouwen   

Tricht-Wolder    Tricht-Wolder