Hoofdtekst
‘k En ik mijn vader dikkens horen vertellen datten hij ging gon zingen up de marten oender ander te Torhout. Enne stoend dor te zingen van Bakelandt, en ’t wos Bakelandt zelve. Dat wos om hem te verduken. Bakelandt wos e liejgeszanger. En ’t wos dor ook e Babbe (Barbara) Sparre. Z’oekerden zieder dor ollemale in ‘t Vrijbus, dor in de Leegte in Houthulst. Etten hij niet gepakt geweest in e kleen kotje up ’t groendgebied Torhout? Bakelandt ed onthoofd geweest. Je wos hij den ene keer e leurder.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Op de markt in Torhout stond vaak een man te zingen over Bakelandt, terwijl die man Bakelandt zelf was. Bakelandt ging ook vaak op pad als leurder. De bende van Bakelandt vertoefde in het Vrijbos in de Leegte van Houthulst. Uiteindelijk werd Bakelandt opgepakt in een klein hokje in Torhout. Hij werd onthoofd.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)west-vlaams (vrijbos)
158A
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Babbe Sparre
Bakelandt
Barbara Sparre
Bakelandt
Barbara Sparre
Bakelandt (bende van)   
bende van Bakelandt   
Naam Locatie in Tekst
Zarren   
Plaats van Handelen
Vrijbos   
Houthulst   
Leegte (Houthulst)   
Torhout