Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

FVANH0140_0141_17860

Een sage (mondeling), 1967

Hoofdtekst

Tante Lie stond ‘ne keer onder ’n vlasmijte, niet verre van d’hofstee - een honderd meters nietwaar - en ’t was klaar van de mane. En ’t kwam daar ’n katte van achter de vlasmijte, en achter de die nog ene en nog ene. En tante Lie telde alzo tweeëndertig katten. En ze waren ommeddekeer were weg.En als ze thuis kwam stond alles op zijne kop: ’t lag al onderste boven.En dat kwaad is daar ’n paar weken gebleven, totdat ze naar de paters geweest zijn om ’t af te lezen. En tebinst dat de paters bezig waren, zag ze die tweeëndertig katten weglopen.

Beschrijving

Een vrouw zag bij maneschijn tweeëndertig katten van achter de vlasmijt komen. Even later waren de katten spoorloos verdwenen. Toen de vrouw thuiskwam, stelde ze vast dat in haar huis alles overhoop lag. Enkele weken later liet de vrouw de paters komen om haar huis te overlezen. Op dat ogenblik zag de vrouw die tweeëndertig katten weer weglopen.

Bron

F. Van Houdenhove, Leuven, 1967

Commentaar

1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (tussen schelde en leie)
160
Tante van de informant
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Kaster    Kaster