Hoofdtekst
In Neerrepen kwam altijd 'n witte juffrouw, aan 't Engelsgoed'. Doa stonden vroeger linneböum (= lindebomen) met 'n bank onder. En, daar was ene wa op loerjach(t) ging en weiter (= toen hij) doa doorkwam zat een witte juffrouw op de bank. He ging door, zonder datter (= dat hij) ereges noa probeerde en toen moester (= moest hij) e bitsje wij(d)er over een stichel (= draaiboom) kruipen. He moes(t) daar met zijn been (= benen) doorkruipen. En weiter (= toen hij) zijn ee(n) been t'rover had, zoegter (= zag hij) die witte juffrouw doa voor hem. He trek(t) trug, he laat ene kreet uit en lopen jong! Weiter (= toen hij) thuiskwam he(ef)t hem in zij(n) bed geleg(d).
Onderwerp
SINSAG 0309 - Weisse Frau erschreckt Sünder
  
Beschrijving
In Neerrepen bij het Engelsgoed verscheen altijd een witte juffrouw. Een man die op het Engelsgoed ging stropen, zag de witte juffrouw op een bank onder de lindebomen zitten. Wat verderop moest de man door een afsluiting kruipen. Toen hij zijn ene been al over het hek had, stond plots de witte juffrouw vóór hem. Daarop trok de man zijn been terug en rende weg zo snel hij kon.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
57
fabulaat
'Engelsgoed' was de naam die het volk gaf aan een gedeelte van het grondgebied in het Zuid-Oosten van Neerrepen, van in de omgeving van het kasteel tot bijna in Riksingen. Vroeger was het eigendom van de graaf. Velen zeiden dat de graaf het grondgebied op een onrechtvaardige manier in handen had gekregen.
Naam Locatie in Tekst
Diets-Heur   
Plaats van Handelen
Neerrepen   
Engelsgoed (Neerrepen)