Hoofdtekst
Op Hôlbeek wor een groete beek: de Rulbeek. Elke nacht kâm dor e lichsske dwôle. In Doenk wor ne joeng die ver giestelijke lierde en dieje zee: 'As het nog komt zal ich het doepe.' Hê hee da gedon en wetter op da lichske gegoeid. Da wor tussen twelf en ien. Toen stond dor ne âe mins veur hem. Dieje wor ni gedoept. Dieje joeng wor zoe verschoten dattem tervan gestorven is.
Onderwerp
SINSAG 0182 - Wiedergänger als Irrlicht 
SINSAG 0182 - Wiedergänger als Irrlicht 
SINSAG 0181 - Die getauften Irrlichter
SINSAG 0181 - Die getauften Irrlichter
Beschrijving
Bij de Rulbeek, een rivier in Holbeek, zag men elke nacht een dwaallichtje. Een jongen uit Donk die voor pastoor studeerde, wilde het dwaallichtje dopen. Toen hij water over het lichtje had gegoten, stond er plots een ongedoopte man voor hem. De jongen was zo geschrokken dat hij gestorven is van angst.
Bron
M. Hermans, Leuven, 1966
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
limburgs (herk-de-stad)
53
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Schakkebroek
Schakkebroek
Plaats van Handelen
Holbeek
Holbeek
Rulbeek (beek in Holbeek)
Rulbeek (beek in Holbeek)