Hoofdtekst
’t Er waren ne keer jongens die op ne steen spellegen, en op diene steen stond “laat me liggen”. Maar ze trokken hem toch weg, en onder diëne steen was een gat en ienen van de jongens viel erin. Nen anderen riep om hulpe en maaktegen een koorte aan nen boom vast om hem te redden. Daar beneên kwamen ze op vouten (balken) van een verzonken kasteel. Dat is ’t drama geweest van den ondergrond.
Beschrijving
Enkele jongens speelden op een steen waarop geschreven stond: “Laat me liggen”. De jongens trokken de steen toch weg en zagen dat er een gat onder verborgen was. Eén van de jongens viel in dat gat. De andere jongens riepen om hulp en probeerden hun vriend met een touw weer naar boven te trekken. Beneden in die put ontdekte men de resten van een verzonken kasteel.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
oost-vlaams (denderstreek)
798
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Idegem