Hoofdtekst
26B’ En die De Hond, maar hoe dat hij met zijn voornaam noemt, weet ik niet. En dat was altijd, dat was een kruis zo hoog en zo breed en bij de kinderen waren er die dat pikten. In de winter als hij toch niet buitenkwam. En zonder stok lopen kon hij niet. x Ja.26B’ Hij kon niet achter die kinderen.x Hij kon ze niet pakken.26B’ Die kinderen van een jaar of dertien, veertien, dat ging niet.x Maar die had zelf zo een grote schrik van heksen dan?26B’ Die had zelf schrik, die had zelf schrik van heksen. Maar voor wat je daar schrik van moet hebben, dat weet ik niet.
Beschrijving
In Langdorp woonde een man die een kruis bij zijn huis zette omdat hij bang was voor heksen. Soms gebeurde het dat kinderen dat kruis voor de grap kwamen stelen.
Bron
T. Bergen, Leuven, 2003
Commentaar
2.1 Heksen
vlaams-brabants (groot-aarschot)
26B'
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Langdorp   
Plaats van Handelen
Langdorp