Hoofdtekst
‘k Moest alzo ne keer op ne nacht voor ’t een of ’t ander uit mijn bedde. Als e’k ik voorbij de toebak passeer hoor ik perfect al de blaren van de toebak kraken. ‘k Zegge hij is d’r aan. ’s Nuchtends als ik ging gaan kijken, was er niet van te zien.
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   
Beschrijving
Een man die 's nachts op pad was en voorbij een tabaksveld wandelde, hoorde de bladeren van de tabak een vreemd krakend geluid maken. Toen de man de volgende ochtend op diezelfde plaats ging kijken, was er niets vreemds te zien.
Bron
W. Van Houcke, Leuven, 1970
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (houtland)
129
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Koekelare