Hoofdtekst
Den duitschen schaper, hij waakte de schapen en hij vroeg van wuveren (welken) wijn dat ze mosten hebben, witten of roden, en hij stoeg daar lijk een boom en hij tapte dat uit zijn olete (herdersschop) en hij hadde geen vat bij hem noch nouwerom nietend. Hij hadde een kraantje op zijn olete. Zij kusten dat. Dat waren tovenaars. Als je wijn kunt tappen uit een beetje hout en dat den anderen dat kan drinken dat moet grote toverije zijn.
Onderwerp
SINSAG 0687 - Der sonderbare Schankwirt.   
Beschrijving
Een Duitse schaper die zijn schapen aan het hoeden was, vroeg aan een voorbijganger of hij rode of witte wijn wilde. Vervolgens tapte de schaapherder wijn uit zijn herdersstaf.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (franse grens)
378
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Duitse schaper   
Naam Locatie in Tekst
Herzele