Hoofdtekst
Ich weet nog dat in mijne jongen tijd eenen aa man ziek was, wa we goed kenden, en die zei altijd dat er heksemuziek hoorde. 'Och, ich heb weer zo schoon muziek gehoord' zeiter dan. 'Dat heksemuziek in de loch dat is toch het schoonste muziek wa doa bestöt.'
Beschrijving
Een zieke man hoorde de hele tijd heksenmuziek die hij omschreef als de mooiste ter wereld.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
199
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Diets-Heur