Hoofdtekst
’t Es hier gebeurd in ’t gebeurte en nog nie lange geleden; ’t Wos een klein manneke van ’n jaar of vier of vuve, en ommettekeer ’t kwam lik zenuwachtig en gejaagd, t’en at niet meer, en t’en speelde niet meer, en t’ vergaarde olle papierkes dat ’t zag e, kleine houtbokskes en lei dadde ollemale up ’n hoopke in huus in ’n hoekske. De moeder begoste ongerust te komen, en up ne keer dat het ging gaan wandelen met zijn peter zag het up ’t land ne vettezak waaien, en da kind daarachter, en ’t pakte die zak vast en neep hem tegen zin lijf, en ton hèd ze gezeid dat ze naar de paster ging gaan, en ze gingen naar de paster van Geluveld, en je deed ze mee naar de kerke, pertank up nen zaterdag achternoene, en up den altaar met een gewijde keerse hèd ie dat afgelezen, en ze mosten ton nog negen dagen een messe laten lezen, en achter die negen dagen wos dat geheel gedaan. En da kind ha dadde wok deur entwien toegewenst geweest of gejeund, want ’t wos zeker dat dat kind dat niet ging overleven.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
In de buurt van Geluveld woornde een jongetje van vier of vijf jaar oud. De jongen werd ziek, waardoor hij altijd zenuwachtig was en niet meer at. Het kind verzamelde allemaal papiertjes en houtblokjes in een hoekje in de tuin. Op een dag ging het kind wandelen met zijn peter. Toen de jongen op het veld een zak zag vliegen, liep het er achteraan en drukte de zak tegen zijn lichaam.
Op zekere dag ging de moeder met het kind naar de pastoor van Geluveld. Op zaterdagmiddag overlas de pastoor het kind op het altaar met een gewijde kaars. Na afloop van dat ritueel moest men nog negen dagen lang een mis laten doen. Daarna was het kind genezen.
Als men de pastoor niet had ingeschakeld, dan zou het kind gestorven zijn, want het was betoverd.
Op zekere dag ging de moeder met het kind naar de pastoor van Geluveld. Op zaterdagmiddag overlas de pastoor het kind op het altaar met een gewijde kaars. Na afloop van dat ritueel moest men nog negen dagen lang een mis laten doen. Daarna was het kind genezen.
Als men de pastoor niet had ingeschakeld, dan zou het kind gestorven zijn, want het was betoverd.
Bron
M. Reynaert, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (ieper)
186
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Geluveld   
Plaats van Handelen
Geluveld