Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MDREE0372_0373_2757 - Weerwolf verscheurt een zakdoek en wordt herkend door zijn broer

Een sage (mondeling), 1967

Hoofdtekst

Ene was 's avonds in Mal in de bemme (= beemden). Opeens spring(t) de weerwolef op hem uit. Hij houwt met zijne maalplag (= zakdoek) noa hem, en die weerwolef scheurt hem uit zijn haan (= handen) en loop(t) weg. Wei de man thuiskwam verteldeter het tegen zij(n) broer, wa-ter allemaal aan e hand gehad had, en wei die weerwolef hem de maalplag uit zijn haan (= handen) gescheurd had. En zij(n) broer begint te lachen, toen zagter nog e vetske (= vezeltje) in zijn taan (= tanden) hangen. 'Doe-se bees(t), zeiter, 't bes tich gewees(t)!'

Onderwerp

SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.    SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.   

Beschrijving

Op een avond werd een man in de beemden van Mal aangevallen door een weerwolf. Toen de man een zakdoek naar de muil van het dier gooide, liep de weerwolf weg. Bij zijn thuiskomst vertelde de man aan zijn broer wat hij had meegemaakt. Daarop begon de broer te lachen. De man zag dat er een vezeltje van de zakdoek tussen de tanden van zijn broer hing, en riep verontwaardigd: "Jij bent het geweest!"

Bron

M. Dreezen, Leuven, 1967

Commentaar

1.6 Weerwolven
limburgs (tongeren en omstreken)
1006
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Sluizen    Sluizen   

Plaats van Handelen

Mal    Mal