Hoofdtekst
Ich heb es ne mens gekend die neet goed kos praten en als je em vroegt hoe dat gekomen was, dan zei ie dat het den duivel gedaan had omdat ie met den duvel es get aan de hand gehad had, maar verder wou ie daarover nooit niks zagen en of het waar is weit ich neet maar dat zagt ie toch altijd.
Beschrijving
Een man met een spraakgebrek beweerde dat de duivel hem belette om normaal te spreken.
Bron
T. Daniëls, Leuven, 1965
Commentaar
3.1 Duivels
limburgs (weert en omstreken)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Kessenich