Hoofdtekst
20B Maar dat vertelde mijn vader altijd. En dat heeft mijn moeder ook verteld. In vroeger jaren reed er een petrolkar (petroleumkar). Toen waren er allemaal nog petrollampen (petroleumlampen), ken jij dat nog, een petrollamp?x Ja, ja.20B Daar staat er nog een.x Ah ja.20B En dan was er een kar, met een paard was dat vroeger. En daarop stond dan een ronde ton. En dat was een ton met een kraantje vanachter aan, zoals een biervat. En daar kochten de mensen dan petrol aan.x Mmm.20B En dan op de Zavel, het Zavelhof, weet je dat daar?x Is dat in de Gijmel ergens?20B Nee, dat is op de Testeltsesteenweg hier. Aan de dancing van de Lado.x Ja, die weet ik zijn.20B Awel, daar een beetje verder, daar stonden toen geen huizen. En daar stond een grote dorenshust (dorenstruik) met alle dorens eraan. En daar wilde dat paard nooit voorbij gaan. Van die oliekar, dat heb ik ons moe altijd horen vertellen. En dan moest die… Die chauffeur, allé, die voerman. Dan moest die dat paard vastnemen met de toom of hoe heet dat. Awel, en dan nam die die vast en dan ging die voorbij. En als hij terugkwam, dan wilde die weer niet voorbijgaan. En dan moest hij ook altijd zijn paard afstappen, zijn paard vastpakken totdat hij aan die hust (struik) voorbij was. Dat heb ik ons moe altijd horen vertellen. Maar anders weet ik ook niks. Ik peisde (meende) dat jij al wel eens een vraag zou gesteld hebben.
Beschrijving
Een voerman die met een petroleumkar op de Zavel reed, moest voorbij een plaats waar geen huizen stonden. Bij een grote doornenstruik bleef het paard altijd stilstaan. De voerman moest dan van de kar stappen en het paard bij de teugels nemen. Op de terugweg gebeurde precies hetzelfde.
Bron
T. Bergen, Leuven, 2003
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
vlaams-brabants (groot-aarschot)
20B
Ouders van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Langdorp   
Plaats van Handelen
Zavel (Langdorp)