Hoofdtekst
De proosterij, een oud patersconvent en de strate om er naartoe te gaan, dat was de Papendreve, nu nog ossan. ’t Waren daar twee lindebomen die daar stoegen en ’t waren twaalf zilveren apostels gedolven en de paters hebben daar al vermoord geweest. Ze hebben nog kommen zoeken daarachter als ik een klenen jongen was. In de wee (weide), ik heb daar nog muntjes gevonden als ik aan ’t spitten waren.
Beschrijving
In de Papendreef bij de abdij van Roesbrugge zouden tussen twee lindebomen ooit twaalf zilveren apostels begraven zijn geweest. De paters uit die abdij werden allemaal vermoord.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (franse grens)
536
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Roesbrugge (abdij van)   
abdij van Roesbrugge   
Naam Locatie in Tekst
Roesbrugge   
Plaats van Handelen
Papendreef (Roesbrugge)   
Roesbrugge