Hoofdtekst
Een bitje verder dan den Bogaertsen Wiel stond het roverskapelleke. Da sta op 't scheien van de grens, want we zijn hier vlak bij de grens. We zitten hier in die kop, die de grens maakt. Na, in Poppel was e eens nen diefstal. Ze hadden kandeleers en kelken en zo gestolen. En na was daar ne kelk bij, waar nog hosties in waren en toen ze met hunnen buit deur de hei vluchtten, hebben ze daar die kelk uitgeschud. Twee dagen naderhand kwam daar nen boer voorbij en dat zat daar vol konijntjes en die hielden die hosties tussen hun pootjes en die gingen nie lopen. Na, dat is allemaal legende, natuurlijk, maar elk jaar als de grote processie van Poppel uitging, na da weet ik nie meer, maar vruuger, dan gingen ze tevoet deur de bossen naar 't roverskapelleke en dat is meer dan een uur gaan.
Beschrijving
Op de grens van België en Nederland stond het roverskapelletje.
In Poppel werden kandelaars en kelken gestolen. Toen de dieven met de kelk wegliepen, schudden ze de hosties eruit. Twee dagen later zag een boer op die plaats konijntjes zitten, die de hosties tussen hun pootjes hielden.
Tijdens de jaarlijkse processie van Poppel ging men te voet naar het roverskapelletje.
In Poppel werden kandelaars en kelken gestolen. Toen de dieven met de kelk wegliepen, schudden ze de hosties eruit. Twee dagen later zag een boer op die plaats konijntjes zitten, die de hosties tussen hun pootjes hielden.
Tijdens de jaarlijkse processie van Poppel ging men te voet naar het roverskapelletje.
Bron
W. Luyts, Leuven, 1956
Commentaar
6. Sagen - Sprookjes
antwerps (land van turnhout)
335
fabulaat
Naam Overig in Tekst
roverskapelletje (Poppel)   
Naam Locatie in Tekst
Weelde   
Plaats van Handelen
Poppel   
België   
Nederland