Hoofdtekst
Ze zeien daar dat er werekeerden en dat is waar. In Frankrijk bij de oude Seigneurs, de Witheren, mensen die omgingen met de duivel over tijd. Dat waren grote propriétairs, kapitalisten lijk nu de framassons. De geestelijken moesten zelfs de kommunie geven aan de kommuniebank, maar ze gaven ze een "en blanc” (niet gewijd). Ze gingen te biecht en de geestelijk zei: "Mon fils, quand prendriez-vous votre détournement”? Dat wil zeggen: "Wanneer ga je je bekeren? Ja’t was in de biechte. En zegt hij: "Ik mag u de absolutie niet geven”. "Hewel”, zegt de framasson, "als je de absolutie niet geeft moet je er aan”! Ze durfden dat zeggen plat uit. "Ja”, zei hij, "je vous donnerai l’absolution et la Sainte Communion en blanc”! Die mannen dat was de ruïne van de mensen, slechte seigneurs! Ze moesten al het vrouwvolk hebben, al het geld. Ze hielden de boertjes klein. Ze hielden duizende, duizende duiven. Ik heb dat gezien, dat vloog al uit om het koren te doen opeten van de boeren. Ze gaven ze geen eten als het koren rijp was. Die duiven verdestrueerden (verwoesten) ’t al. De boeren konden geen pacht betalen.
Beschrijving
Onder de witheren in Frankrijk waren rijke kapitalisten zoals de framassons, die met de duivel omgingen. De geestelijken moesten die framassons de communie geven, maar ze gaven hen altijd ongewijde hosties. Als een geestelijke weigerde een framasson tijdens de biecht vergiffenis te schenken, werd hij door de framasson bedreigd. De framassons wilden alle vrouwen en al het geld voor zich. Ze hielden bovendien duizenden duiven, die ze geen eten gaven wanneer het koren rijp was, zodat de dieren de oogst van de boeren gingen vernielen.
Bron
K. Erard, Leuven, 1966
Commentaar
3.2 Vrijmetselaars
west-vlaams (ieper)
47
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Vlamertinge   
Plaats van Handelen
Frankrijk