Hoofdtekst
Spookpaard.Dat was ne vriend van onze Frans. Die kwam van Wezel naar 't Gooreind. Ge kent die weg wel. Hij kon maar niet verder geraken. Als hij zo een tijdje gegaan had, sprong er opeens een groot wit paard voor zijne neus. Hij wist niet hoe voorbij geraken en dat paard sprong maar weg en weer. Maar hij moest toch voorbij."In Gods name", zei hem. "Dat doet wat het wil, ik moet er door." Opeens sprong 't paard in ne kuil vol water. En ge weet goed genoeg dat daar geen kuil is. Dat was toch iet aardig hé.
Beschrijving
Een man die van Wezel naar Gooreind liep, geraakte niet vooruit. Toen de man een eindje had gestapt, sprong er plots een groot wit paard voor zijn neus. Omdat de man niet voorbij het paard geraakte, riep hij “In Gods naam!” Daarna sprong het paard in een kuil met water, hoewel de man heel goed wist dat op die plaats geen kuil was.
Bron
R. Aertsen, Leuven, 1953
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
antwerps (noorden van de antwerpse kempen)
95
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Overbroek-Brecht   
Plaats van Handelen
Wuustwezel   
Gooreind