Hoofdtekst
Maar vroeger geloofden de mensen meer dan nu. Nu zijn ze al teveel ontwikkeld. Maar er zijn er toch wel die eigenlijk toeren tegengekomen zijn. Want ik heb nog bij iemand gewerkt en zijn vader heeft gewerkt op een hof in Mater. En ze had ook een naam, dat vrouwmens.X: Was het Gories Mie?Ik weet het niet. Nu, ik weet niet wat ze uitgestoken had, of ze nu aan hem geweest was of wat. Maar hij kreeg plots zodanige tandpijn dat hij dat niet meer kon uithouden. En ze zeiden dat er daar alle soorten toeren gebeurden. Hij was daar knecht en de paarden begonnen ’s nachts los te lopen en te springen. En die blaffeturen gingen open en toe. En ze dachten dat het spookte.X: Waar was dat?In Mater ergens. En die paarden liepen los, en als ze wakker werden en ze gingen kijken, zagen ze niets.X: Zijn de paters daar geweest?Ja, ze zijn geweest. Ik heb dat nog horen zeggen. Er was daar een kelder met poorten, en er was daar één poort die ze niet konden openkrijgen. En de paters (Augustijnen – Gent) zijn daar geweest en dan is dat verbeterd. En dat hof staat er nog altijd. Die zoon woont daar nu op. Dat is misschien nu al gedaan.
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   
Beschrijving
Een knecht die op een boerderij in Mater werkte, kreeg op zeker ogenblik hevige tandpijn. Op die boerderij sprongen de paarden ’s nachts rond en vlogen de vensterluiken open en dicht. Nadat de paters op die boerderij waren geweest, kwam er verbetering in de situatie.
Bron
L. D'haeze, Leuven, 1975
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
oost-vlaams (zuiden)
122A'
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Volkegem   
Plaats van Handelen
Mater