Hoofdtekst
Den ouwe pastoor van 't Lindel die heeft den drosserd verbannen. En ze deden die met 'n kar weg maar de kar brak in twee, ze kosten hem nie wegkrijgen. En daar was niks op de kar en toch brak ze. Toen hebben ze er de pastoor van 't Lindel bijgehaald en toen die er bij was ging 't, maar anders kregen ze hem nie weg.
Beschrijving
Toen men de drossaard probeerde te verbannen, gebruikte men een lege kar om de geest te vervoeren. Hoewel er niets te zien was, brak de kar in twee. Uiteindelijk is de pastoor van 't Lindel erin geslaagd de drossaard te verbannen.
Bron
I. Kenens, Leuven, 1957
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (noord-west)
322
fabulaat
Mathijs Clercx werd geboren in Eksel op 4 december 1759. Hij studeerde bij de Paters Augustijnen in Diest en trouwde in 1787 met Aldegonde Cornelis, met wie hij tien kinderen kreeg. Het graafschap Loon omvatte sinds het einde van de veertiende eeuw zes ambten, namelijk: Loon, Bilzen, Montenaken, Stokkem en Pelt. In de zestiende eeuw werden Grevenbroek en Thorn daar nog aan toegevoegd. De graaf van Loon stelde in elk van deze ambten een aantal vertegenwoordigers aan, waaronder een 'drossaard'. Een drossaard had zowel militaire, administratieve als rechterlijke macht. Mathijs Clercx werd op 29 maart 1790 door de Pinsbisschop aangesteld als luitenant-drossaard van het ambt Stockheim. De voornaamste taak van drossaard Clercx was het uitroeien van de bokkerijders. Tussen 1794 en 1840 verbleef Clercx op zijn landgoed 'het Hobos'. De drossaard stond niet enkel bekend als de man die de bokkerijders had uitgeroeid, maar ook als een brutale, gewetenloze en onrechvaardige rechter, die vaak ongeoorloofd brutaal optrad tegenover iedereen die iets had mispeuterd.
(uit IKENE0247- 248)
(uit IKENE0247- 248)
Naam Overig in Tekst
Clercx   
drossaard Clercx   
Naam Locatie in Tekst
Eksel   
Plaats van Handelen
Lindel (Overpelt)