Hoofdtekst
Het volgende waren paarden die door de lucht klauterden. Men hoorde dan lawaai.Ze zaten dan binnen en plots hoorden ze een bonk tegen de deur. Dan gingen ze kijken, ze deden de deur open en dan zagen ze de indruk van een hoef.Ik heb dus die vier zaken verteld aan mijn zuster en toen zei ze 'ja, da's waar'. Misschien dat mijn vader nog van alles verteld heeft, maar dat is al zo lang geleden, meer als vijftig jaar!- In Paal was er nog een man waar ze van zeiden dat die kon toveren: Maeske. Hebt ge daar ooit iets van gehoord?Jef: Nee, daar heb ik nooit iets van gehoord.- Er was ook nog een vrouw: Moeier uit 't Rot...Jef: Het Rot, dat is een soort gehucht. Als ge in Paal zijt, en ge gaat op Diest aan. Achter de nonnekesschool draait ge af en zo gaat ge het Rot in. Maar ik heb er niks over gehoord, ik weet niet wie dat is.
Beschrijving
Wanneer er paarden door de lucht vlogen, hoorde men veel lawaai. Als men dan de deur openmaakte, dan stond de afdruk van een hoef in het hout.
Bron
F. Beerten, Leuven, 2003
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (groot-beringen)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Koersel